Pootje geven

“Zandzakken voor de deur! In de schuilkelders! IK kom eraan!”
Dit roep ik voor de zekerheid, als ik de befaamde dierenzaak op de Hilvertsweg betreed. Dit roep ik, omdat de man om wie het gaat, aanvankelijk niet zo happig is op een interview, maar gaandeweg komt mijn communicatieve slachtoffer toch flink los: Harry Figge (62 jaar). Deze goedlachse ‘petshopboy’  runt al 25 jaar de dierentent, maar gaat het stokje binnenkort doorgeven aan de twee zonen uit zijn eerste huwelijk: Marc  (39) en Arthur (36). Ook hun leg ik mijn waslijst aan snijdende vragen voor en ook zij, rustige en positief ingestelde kerels, doorstaan het verhoor manmoedig. Wat wil je: zelfs deze arme jonge honden zijn leerlingen van me geweest.
Hun rapport staat hieronder: father & sons.

Puppy

Vader Harry is een geboren en getogen Hilversummer: woonde jarenlang in de van Hoornstraat, vanwaar hij dagelijks met vriendjes naar de Hugo de Grootschool liep, waarbij ze steevast langs ‘meneer Boonakker’ liepen, een ouderwetse drogist in lange, witte jas, bij wie ze regelmatig trekdrop, kauwgom  en zoethout kochten. Harry heeft een gelukkige jeugd gehad: “Het was een hele leuke tijd! Iedere dag een feestje!”

Vreemde vogels

Tijdens de LEAO liep hij op zaterdagen als ‘manusje-van-alles’ mee in de winkel van Theo Langhout op de Hilvertsweg, het pand waar nu nog steeds wordt gewerkt voor het huisdierenwelzijn. Het betrof in die tijd vooral de verkoop van zaden, granen en koemest, want toentertijd hield men vooral duiven en kippen, maar waren ook volkstuintjes populair. Langhout was gespecialiseerd  in tropische vogels, met name ‘volièrevogels’: die zitten niet in een knellend kooitje, maar kunnen vrolijk rondfladderen. Harry’s voorliefde voor vogels –geërfd van zijn ouders- kon hij dus prima praktiseren in Langhouts pand, dat barstte van de volières. Er werd wel eens gekscherend gezegd: ‘als iemand beneden hard niest, vliegen niet alleen alle vogels klapwiekend omhoog, maar ook het hele dak’.
Overigens heeft schrijver dezes ook de zoon van Theo Langhout, Martin, nog les gegeven –een hele generatie  geprangde zielen- maar Martin is niet de familiaire dierenhandel ingegaan, maar de  ‘mensenhandel’: hij is fysiotherapeut geworden.

Baasjes

In 1992 besloot Harry Figge, na tijden in loondienst van Langhout te zijn geweest,  de zaak over te nemen. Door de praktijkervaring, maar ook door ‘een hele bos’ vakdiploma’s en veel lezen, werd hij een soort van dierenspecialist, naar wie dierenartsen wel eens doorverwezen. Inmiddels spreekt de firma Figge niet meer van een ‘dierenwinkel’, nee: heel bewust van een ‘dierenspeciaalzaak’.  Tropische vogels en andere exotische dieren mogen binnen de EU niet meer verhandeld worden en de interesse van dierenbezitters is geleidelijk verschoven naar hond en kat. En dus houden Harry & Sons zich de laatste jaren vooral bezig met deze twee, vrij bekende soorten huisdier. Behalve voer en spullen kan men bij hen ook terecht voor adviezen en hulp bij problemen. Althans op animaal gebied.

Apporte

De ‘Figge Family’ verkoopt sinds een paar jaar ook geen huisdieren meer (zoals vogeltjes, vissen, knaagdieren), want dat was te arbeidsintensief, al bubbelt  nog wel een kleuterschooltje goudvissen in een hoekje in aquaria in het rond. Wie levende dieren wil, kan genoeg vinden op internet. Arthur stelt dat het internet door de Figges niet wordt gezien als een ‘bedreiging’, maar iets dat juist een mooie aanvulling kan zijn op de fysieke winkel: ondernemers die klagen over de digitale concurrentie, moeten juist aan de slag om internet te gebruiken ter versterking van hun ‘echte’ winkel.

Arthur: “Je moet meebewegen met de ontwikkelingen. Dat houdt je fit en fris!” Ook broer Marc vindt het juist een uitdaging om als familiebedrijf eruit te schieten, met name tegenover de grote bedrijven. Marc:  “Bij blijven, veel lezen, cursussen volgen, info van dierbedrijven bijhouden en de ontwikkelingen volgen. Zo zijn wij geworden tot een specialist op het gebied van huisdieren. Het is dan ook belangrijk dat we de naam ‘Langhout’ handhaven, want die naamsbekendheid is van groot belang.” De drie Figges zijn volgens mij puur, oprecht en betrouwbaar als een hond. Vader Harry, royaal lachend als altijd: “Och, och, wat ben  ik toch beroemd! Overal ter wereld spreekt men mij aan. Als ze tenminste weten wie ik ben. Van Texel tot Maastricht. Maar ook in Griekenland vroeg een lolbroek ‘of ik konijnenvoer bij me had.’ Haha!”

Spelen en spinnen

Veel collega’s zijn aangesloten bij ‘franchisebedrijven’, een soort overkoepelende club, maar “wij zijn en blijven graag zelfstandig en vrij”, meldt Arthur. “Onze kracht is juist de specialisatie die we door jarenlange ervaring hebben opgebouwd”; iets wat een logge concurrent als ‘Intratuin’ niet heeft.  Volgens Harry varieert de concurrentie regelmatig, maar “niemand heeft het zo lang volgehouden als wij. We zijn na ‘Sprong’ en ‘Obdeijn’ volgens mij de oudste zaak in het Gijsbrechtgebied. Voor mij is dit winkelgebied nummer één in Hilversum. Ga maar eens door de Kerkstraat lopen en je weet het verschil: de diversiteit is hier enorm en er zijn veel originele, creatieve zaakjes,” aldus papa Harry.  Marc: “Die ondernemende lui hier maken wel het verschil met de grote zaken en dat vind ik heel knap! Bovendien is het bestuur van de winkeliersclub erg actief en alert. Dat wordt  door ons en anderen gezien en zeer gewaardeerd!”

Trouw als een hond

Het Trio Figge is het  hartgrondig over het volgende eens: het werken voor dieren is altijd leuk, want mensen die een huisdier hebben, zijn in principe blij en dat zorgt volgens Marc bijna dagelijks voor ‘een vrolijke noot’. Het gaat prima met het bedrijf, dat vader Harry na 45 jaar geleidelijk gaat los laten: zijn zoons zullen als derde generatie ‘Langhoutjes’ de zaak verder bestieren, al blijft vader een paar dagen per week in de buurt, of sterker: in de zaak, want ‘na een leven lang hard werken, zet je niet ineens alles uit’.

Harry: “Al die jaren heb ik nooit zelf een huisdier gehad, maar sinds een paar jaar heb ik een hond, die een flinke concurrent van me is, want het is een Terriër, haha. Nu ik zelf een viervoeter in huis en op de hei heb, begrijp ik de verhalen veel beter van al die mensen die al die tijd bij me kwamen. Er is toch een verschil tussen theorie en praktijk.” Hij heeft natuurlijk alle vertrouwen in zijn zonen, die met veel ervaring, kennis van zaken en enthousiasme zorgen dat alles op zijn hondenpootjes terecht komt. Of beter: blijft terecht komen: “Zij hebben frisse ideeën en zullen het net zo voortvarend doen als nu!” Harry is terecht hondstevreden, apetrots en berenblij.
Dierenjargon.

In je mandje

Het minst leuk vindt Harry het wekelijks gesjouw met spullen,  van de berg pallets die op hun dierlijk stoepje wordt geparkeerd, want ‘de buit’ moet uiteraard het dierenhol in. Maar: het hoort erbij en zonder materialen zou de tent snel stilvallen. Ook heeft hij een broertje dood aan administratie, wat hij altijd aan anderen overliet (en nog overlaat…).
Overigens is er boven de zaak wel een complete woning aanwezig, maar daar willen Harry noch  zonen wonen. Dan zou er ’s avonds aangebeld kunnen worden door iemand die nog een handje hondenbrokken nodig heeft of een pondje kattenbakzand. Harry woont nu in Kerkelanden; Marc en Arthur wonen (toevallig?) allebei in de Rozenstraat, elk aan een ander eind. En zo blijven ze toch gezellig in de buurt van de winkel en elkaar. Arthur woont samen en heeft twee kinderen van 3 en 6 jaar; Marc woont ook samen (met een andere vrouw) en heeft een zoontje van 6 maanden.  Arthur, met volle overtuiging: “Ik ben er echt heel trots op dat ik als derde generatie deze ‘beestenboel’ mag voortzetten!”  Hij vindt het heel belangrijk dat winkeliers niet steeds lopen te mopperen, maar zich inspannen om hun eigen kwaliteiten zelf verder te ontwikkelen: “Je moet positief blijven!”

Denken en doen

Nu vader Harry binnenkort een stapje terug doet, gaan beide arbeidzame broers er met nog meer animo  tegenaan: “Zo lang het leuk is, gaan we door en: zo lang er handel is! Bovendien: elke dag is anders; dat maakt het werk zo leuk,” aldus Arthur. De drie mannen zijn gezworen maatjes: ze delen onderling nooit een kat )of een hond) uit. De beide blozende  en bescheiden broertjes hebben  een heldere taakverdeling gemaakt: Marc als oudste, 39 jaar, maar veel jonger ogend, is vooral de man van de praktische gang van zaken in de winkel zelf. Arthur, ook met een jeugdig voorkomen, is meer van de administratie, de web shop en website. Of, zoals ik het volgens Arthur heel  goed samenvat: Arthur is meer de denker en Marc meer de doener.

Botten en brokken

Tot slot hengel ik gewoontegetrouw naar een anekdote. Dat is totaal geen punt: “Er  zijn er heel veel!” De drie vitale, frisse en vriendelijke kerels lachen unisono hartelijk. Maar één toppertje uit de reeks komt toch wel snel met stip boven dobberen.
Ooit kwam een licht dementerend heertje de zaak binnen kuieren en informeerde ernstig: “Verkopen jullie ook puzzelboekjes?” Hij leek geen acht te slaan op het zachte, maar warme gegniffel van de firma Figge. Een week later kwam dezelfde verstrooide professor monter binnenstappen en verklaarde mild: “Ik denk niet dat u ze heeft.”

Warm nest

En zo lachen we opnieuw uitbundig: het beestenfeestje van de Figges is weer compleet. Hun familiaire verbondenheid en dito warmte gloeit telkens zichtbaar in hun uitstekende onderlinge verhouding door: drie opgewekte, evenwichtige kerels, die heel goed weten wat ze willen: wél zijn met dierenwelzijn.

Deze lieve, beestachtige dierenvrienden:
een opkikker voor mens en dier!

Frans Kwantes columnist van winkelgebied de gijsbrecht
Frans Kwantes,
13 oktober 2017

Marc Harry en Arthur van Langhouts dierenspeciaalzaak voor straatpraat Gijsbrecht in 2017

Langhout’s Dierenspeciaalzaak
Hilvertsweg 115
1214 JB Hilversum
035 6242003
info@langhoutsdierenspeciaalzaak
webwinkel: dierenwinkel-hilversum.nl

Meer nieuws

Alle berichten (84)

Filter op de kaart

Categorie